REGLEMENT voor de begraafplaats van de Protestantse Gemeente Ootmarsum

Artikel 1: Algemene bepalingen.

1.1 De begraafplaats van de Protestantse Gemeente te Ootmarsum is gelegen aan de Molenstraat –   hoek Nuttersvoetpad.

1.2       De begraafplaats behoort in eigendom aan de Protestantse Gemeente te Ootmarsum vertegenwoordigd door het college van kerkrentmeesters. Het college van kerkrentmeesters wijst (eventueel) een beheerder aan die de dagelijkse leiding over de begraafplaats heeft.

1.3       Het verzoek om een grafruimte moet tijdig geschieden aan de voorzitter-kerkrentmeesters of  diens vertegenwoordiger. Overlegd moet worden: overlijdensverklaring afgegeven door   gemeentelijke basisadministratie van de burgerlijke gemeente, alsmede naam, voornamen en   adres van degene op naam van wie het graf moet worden gesteld.

1.4       De begraafplaats is bestemd voor overleden gemeenteleden en niet gemeenteleden, voor zover  door het college van kerkrentmeesters hiervoor toestemming is verleend.

1.5       Voor echtparen of familieleden bestaat de mogelijkheid bij overlijden van een der partners het  graf als een dubbelgraf te huren.

1.6 Het delven van een graf dient te geschieden door een door het college van kerkrentmeesters   aangewezen grafdelver.

1.7       De betaling van het verschuldigde bedrag moet geschieden aan de administrateur van het college van kerkrentmeesters.

1.8       De administratie van de begraafplaats wordt gevoerd door de kerkrentmeesters of door een door het college van kerkrentmeesters aangewezen administrateur.

1.9       De kerkrentmeesters of de door hen aangewezen administrateur houd(t)(en) een register bij van alle op de begraafplaats begraven lijken en bijgezette asbussen en asverstrooiingen met   nauwkeurige aanduiding van de plaats waar zij begraven of bijgezet zijn en een plattegrond van       de begraafplaats. In dit register worden ook aangetekend de door het college van kerkrentmeesters reeds uitgegeven, maar nog niet gebruikte graven. Het register en de plattegrond zijn openbaar en kunnen op verzoek geraadpleegd worden.

Artikel 2: De graven.

2.1       Onder graven worden verstaan een eigen graf of urnengraf. Ook is er de mogelijkheid tot het  doen verstrooien van as op een daarvoor ingerichte plaats op de begraafplaats.

2.2       Het college van kerkrentmeesters geeft een graf voor 20 jaar in huur. Eerder verworven  grachtrechten blijven behouden.

2.3       Voor alle graven kan de huurtijd in overleg met het college van kerkrentmeesters, opnieuw door      huur worden verlengt voor een huurtijd van 10 jaar. Voor deze verlengde huurtijd worden  opnieuw grafrechten in rekening gebracht, Na afloop van deze termijn kan telkens voor een   periode van 10 jaar de huur verlengd worden in overleg met het college van kerkrentmeesters.  Het recht van huur wordt verkregen door betaling van de verschuldigde grafrechten, waarvoor een door de administrateur of diens vertegenwoordiger getekende factuur kan worden afgegeven.

2.4       Begraving of bijzetting van as in een graf waarvan de uitgiftetermijn binnen de afgesproken grafrusttermijn afloopt, kan alleen plaats vinden onder gelijktijdige verlenging van de   uitgiftetermijn met een zodanige periode dat de alsdan resterende uitgiftetermijn ten minste   gelijk is aan de wettelijke minimum grafrusttermijn van 10 jaren. De verlenging dient te worden  aangevraagd door de rechthebbende of, indien deze is overleden, door een ander belanghebbende waarvan het adres bij het college van kerkrentmeesters bekend is.

2.5       In een graf mag niet meer dan een volwassene begraven worden, met uitzondering van een dubbelgraf.

2.6       De huurtijd van een kindergraf, met het recht daarin niet meer dan een kind te begraven, wordt  eveneens op 20 jaar gesteld. Deze huurtijd kan telkens met 10 jaar verlengd worden.

2.7        Kinderen boven de leeftijd van 12 jaar worden als volwassen beschouwd.

2.8       Het verstrooien van as inclusief het plaatsen vaneen gedenkplaatje geschiedt voor de periode  van 10 jaar. Verlenging van het plaatsen van een gedenkplaatje geschiedt eveneens per 10 jaar.

Artikel 3. Tijden van begraven en asbezorging.

3.1       Op zondagen, christelijke of algemeen erkende feestdagen, wordt geen gelegenheid gegeven tot begraven en bezorgen van as, tenzij de burgemeester een van de normale termijn afwijkende termijn voor begraving of crematie heeft gesteld of het college van kerkrentmeesters hiervoor toestemming heeft verleend.

3.2       Op de overige dagen zijn de tijden van begraven en het bezorgen van as in overleg vast te stellen met de beheerder.

Artikel 4. Grafmonumenten.

4.1       Gerechtigden tot graven mogen daarop, in ingebruikneming een gedenkteken, monument of   versiering plaatsen of daarop een beplanting aanbrengen binnen de kaders van het betreffende graf. Zie verder artikel 5.

4.2       Beplantingen, gedenktekens, monumenten en afscheidingen mogen niet hoger zijn dan 1,25 meter boven het maaiveld. Het college van kerkrentmeesters kan in een uitvoeringsbesluit nadere regels vaststellen over de wijze van aanvragen van toestemming, de aard en de   afmetingen van de grafbedekking en de wijze van aanbrengen.

4.3       Grafstenen en monumenten dienen bij voorkeur van deugdelijk natuursteen vervaardigd te zijn en onder elke te plaatsen gedenkteken moet een behoorlijke fundering te worden  aangebracht.

4.4       Op gedenktekens op beplantingen, welke zonder goedkeuring van het college van kerkrentmeesters zijn geplaats of aangebracht, is het derde lid van artikel van overeenkomstige  toepassing.

4.5       Gedenktekens of beplantingen, welke niet binnen een maand na afloop van de huurtijd zijn verwijderd, vervallen aan de Protestantse Gemeente Ootmarsum.

4.6       Het college van kerkrentmeesters stelt zich niet aansprakelijk voor vernieling of beschadiging van de gedenktekens of beplantingen door derden of door welke oorzaak ook ontstaan.

Artikel 5. Onderhoud.

5.1       Onderhoud aan gedenktekens, monumenten of beplantingen, alsmede het verven of repareren  van afscheidingen op de graven, het kleuren of bijwerken van opschriften op de gedenktekens en overig onderhoud en vernieuwingen van beplantingen of gedenktekens komen ten laste van   de gerechtigden tot de betreffende graven.

5.2       De gerechtigde tot de betreffende graven is verplicht na een schriftelijke kennisgeving van het  college van kerkrentmeesters herstelwerkzaamheden te (doen) verrichten binnen een termijn van 3 maanden.

5.3       Wanneer de gerechtigde op deze punten in gebreke blijft, heeft het college van kerkrentmeesters het recht, na het verstrijken van de gestelde termijn de gedenktekens en beplantingen op kosten  van de gerechtigde te laten verwijderen. Na het verstrijken van de gestelde termijn, vervallen de   gedenktekens en beplantingen aan de Protestante Gemeente Ootmarsum en ook de rechten ten aanzien van de betreffende graven vervallen dan.

Artikel 6. De tarieven.

6.1        De tarieven worden bij afzonderlijk besluit vastgesteld en kunnen jaarlijks worden aangepast.

6.2       Ten einde de kosten van aanleg, instandhouding en onderhoud van de begraafplaats en de   graven, waarin door de kerkrentmeesters wordt voorzien, te dekken, kunnen rechten worden  geheven volgens de bij dit beheersreglement behorende tarievenlijst, die jaarlijks kan worden   herzien.

Artikel 7. Openstelling, orde en rust op de begraafplaats.

7.1       De begraafplaats is voor een ieder dagelijks toegankelijk gedurende de door het college van  kerkrentmeesters bij nadere regels vast te stellen tijden. Het college maakt deze tijden openbaar  bekend, middels een mededelingenbord op de begraafplaats.

              Kinderen beneden 12 jaren hebben slecht toegang, indien zij zijn vergezeld van een volwassene.

7.2       Ter handhaving van de orde en rust op de begraafplaats kunnen de toegangen tijdelijk worden  gesloten.

7.3       Het is verboden gedurende de tijd dat de begraafplaats niet voor het publiek geopend is zich daarop te bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of bezorging van as.

7.4        Het is niet toegestaan honden op de begraafplaats toe te laten.

7.5       Bezoekers, personeel van uitvaartondernemingen en personen die werkzaamheden op de begraafplaats hebben te verrichten, zijn verplicht zich in het belang van de orde, rust en netheid te houden aan de aanwijzingen van de beheerder.

Artikel 8. Bijzondere bijeenkomsten.

8.1       Dodenherdenkingen, onthullingen en dergelijke plechtigheden op de begraafplaats moeten vijf dagen tevoren worden gemeld aan de beheerder of het college van kerkrentmeesters onder opgave van datum en uur van de plechtigheid en de wijze waarop de plechtigheid zal   plaatsvinden.

8.2       Bijeenkomsten op de begraafplaats, die het karakter van een openbare manifestatie hebben of  naar het oordeel van het college van kerkrentmeesters zullen hebben, kunnen door het college van kerkrentmeesters worden verboden.

Artikel 9. Opgraven en ruimen.

9.1 Het opgraven van lijken en het ruimen van graven gebeurt door daartoe aangewezen   gemachtigde personen c.q. gecertificeerde bedrijven.

9.2       Andere personen is het niet geoorloofd daarbij aanwezig te zijn behoudens schriftelijke  toestemming van de beheerder. De beheerder en de eigenaar van de begraafplaats zijn niet aansprakelijk voor schade, van welke aard dan ook, die mocht opkomen aan personen die ter   bijwoning van het opgraven van lijken op het ruimen van graven op de begraafplaats aanwezig  zijn.

Artikel 10. In stand houden historische graven en opvallende grafbedekking.

10.1     Het college van kerkrentmeesters houdt een lijst bij van graven die van historische betekenis zijn of waarvan de grafbedekking een opvallende kwaliteit heeft.

10.2     Alvorens tot ruiming van graven over te gaan onderzoekt het college van kerkrentmeesters of er graven zijn die in aanmerking komen op de onder 1. genoemde lijst te worden bijgeschreven.

10.3     Het college van kerkrentmeesters beslist in overleg met de kerkenraad over het ruimen van graven en het verwijderen van grafbedekking die op de in het eerste lid bedoelde lijst staan.

Artikel 11. Slotbepalingen.

11.1     In geval van verschil over de toepassing van dit reglement en in alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet, beslist het college van kerkrentmeesters.

11.2      Wijziging van dit reglement kan plaatsvinden door het college van kerkrentmeesters.

11.3     Met inachtneming van de Wet op de lijkbezorging en overige toepasselijke wettelijke  regelgeving treedt dit reglement in werking op 1 januari 2022. Alsdan vervallen de voordien   bestaan hebbende voorschriften en bepalingen op dit gebied behoudens eerbiediging van rechten, verkregen voor de inwerkingtreding van dit reglement.

Aldus vastgesteld december 2022.

Namens de Protestantse Gemeente te Ootmarsum, het college van kerkrentmeesters.

H.P. ten Hoff                                                W.M.A. Wassink

Voorzitter kerkrentmeester                             Secretaris kerkrentmeester